ELW 42: TOESPRAAK LIESBETH
Liesbeth was de laatste spreekster. Last but not least zeg maar. Strijdvaardig als altijd, riep ze elkeen op om te volharden in de geestelijke krachtmeting die onze dagen kenmerkt. Soms, begon ze, lijkt het alsof we wakker geworden zijn op een vreemde planeet: de wereld lijkt wel eens compleet absurd.
Denk maar aan het abortusdrama. Na 25 jaar legalisatie van abortus (onschuldig bloedvergieten) hadden sommigen het gevoel dat er een feestje gevierd moest worden. Waarom dan? Het aantal abortussen blijft maar stijgen, alle contraceptiepropaganda ten spijt. Alsmaar meer anticonceptie heeft geleid tot alsmaar meer abortussen. 96 % van alle vrouwen die zwanger een abortushuis binnenstappen, gaan zonder kind weer naar buiten. Is het te ver gezocht om te denken dat abortuscentra meer uit zijn op winst dan op het werkelijk helpen van alle betrokken personen, zo vroeg Liesbeth zich luidop af. Hoe te reageren op dergelijke morele malaise? Moeten we voedsel in blik opslaan in afwachting van het einde van de wereld? Neen dus! Het is onze heilige plicht om onszelf te onderwijzen en anderen vanuit de schat van onze verworven inzichten te informeren over het kwaad van abortus. Welke argumenten daarbij gebruiken is een zaak van veel ervaring en persoonlijke inschatting. Niet alles werkt altijd even goed. Abortus is in ieder geval een flagrante schending van een fundamenteel mensenrecht: het recht op leven, het basisrecht waarop alle anderen gebaseerd zijn. Het recht op leven is het allereerste en allerbelangrijkste recht. Het is absurd daarom, bijna wraakroepend, dat een mensenrechtenorganisatie als Amnesty International zich niet langer uitspreekt tegen dit onheil. Een ander argument dat vaak boven gehaald wordt gaat zo: “Het is maar een klomp cellen.” Tja, iedereen is nu eenmaal een klomp cellen. De waarheid is dat een ongeboren kind in niets fundamenteel verschilt van een medemens die de moederschoot heeft overleefd en het geluk heeft gekend het geboortekanaal te passeren. De omgeving waarin het zich bevindt of de grootte van het kind mogen geen enkele rol spelen. Natuurlijk niet, anders, mogen we de kleinste hier van de aanwezigen doodschieten, legde Liesbeth uit, nadat ze iedereen had uitgenodigd om recht te gaan staan. (Sommigen speelden vals en gingen op hun stoel staan om hun onrechtvaardig lot te ontlopen.) Op de opwerping dat sommige kinderen beter geaborteerd worden omdat ze anders geen leven hebben, riposteerde Liesbeth gevat dat: “alleen een dood kind geen leven heeft.” Een maatschappij die haar problemen tracht op te lossen door te doden is een maatschappij die tot in de kern van ziel onleefbaar geworden is. Je moet de crisis oplossen, niet het kind.
De beste strategie, aldus Liesbeth, is het gelijke rechten argument. Iedereen accepteert dat elke mens evenveel recht heeft op leven. Dus, gaat de redenering verder: moet er iets zijn dat iedere mens even waardevol maakt en dat ons oproept om elke mens in beginsel gelijk te behandelen. Wat is dat beginsel? Waarom mogen we Zuster Pascal (de kleinste van de aanwezigen) niet “mollen” wilde Liesbeth weten? Omdat we mens zijn! Onze menselijkheid is datgene wat ons intrinsiek waardevol maakt. Wat iedereen op unieke wijze menselijk maakt, begint al bij aanvang, in de moederschoot, wanneer bij de conceptie, onze biologische uniciteit vastligt en de menselijke persoon zich ontwikkelt. We moeten de goede strijd blijven voeren door op deze nagel te blijven hameren. Niemand mag wegkomen met de idee dat een ongeboren baby op de een of de andere manier minder waardevol is dan een andere mens. We zijn allen eens embryo geweest.
Liesbeth wilde de jongeren van Echte Liefde Wacht graag nog welgeteld vijf concrete tips meegeven. Hier komen ze! Tip 1: stap in het huwelijksbootje (of met andere woorden: ontdek in jezelf datgene waartoe God je roept). Hoop daarbij niet om je ‘soulmate’ te vinden. Je trouwt niet met iemand omdat het je ‘soulmate’ is. Het wordt je ‘soulmate’ omdat je met hem of haar trouwt. Je man of vrouw vinden, zal wachten betekenen, maar wacht goed, zei Liesbeth. Gebruik je tijd om innerlijk te groeien, en de man of de vrouw te herkennen die God voor je wil, zodat jezelf de man of de vrouw kan worden die God wil dat je wordt. Tip 2: Hou van je echtgenoot! Je moet liefhebben alsof de wereld ervan afhangt. Investeer alles. Het huwelijk is een school van heiliging, met niet alleen dagen waar alles wonderlijk lijkt te kloppen, maar met dagen dat je lijkt te sterven aan jezelf. Reken niet op je echtgenoot om je geluk compleet te maken. Het hart blijft onrustig en onvervuld als het geen rust en vrede vindt in God. Tip 3 : Krijg baby’s. Hopen baby’s. Meisjes of jongens, zieke of gezonde, geplande of toevallige: verwelkom ze allemaal. Toon aan de cultuur van de dood de cultuur van het leven bij je thuis. Baby’s zijn geschenken van God, de vermenselijking van liefde en hoop. Laat hen weten hoe mooi ze zijn, en leer ze hoe oneindig veel mooier God is. Voed ze op, leer ze alles, maar vooral wat nuttig is voor de ziel, dat alles te midden van overgeven, vuile pampers, bekladde muren, gebroken borden, toeslaande deuren en veel te luide muziek! Tip 4: Geef genereus. Leer geven om te kunnen ontvangen. Leer loslaten om vastgehouden te kunnen worden. Geef meer: aan je parochie, aan hulporganisaties, aan je naaste. Laat bijvoorbeeld een week vlees weg op tafel om inkopen te doen voor je vriendin die pas haar werk kwijtspeelde en er alleen voor staat. Heb je geen geld om weg te geven? Geef dan je tijd en je liefde. Je mond kan een woord van liefde spreken dat iemand de moed geeft om weer op te staan uit zijn ellende. Je hand in een andere hand kan een gebaar zijn dat meer teweegbrengt dan een achteloos geschonken biljet. Kortom, hou van je naaste als van jezelf. Tip 5: Bid. (Je wist dat deze ging komen!) Bidden is met God spreken. Naar hem luisteren, hem dingen vragen, je hart uitstorten, smeken, maar ook danken, loven en prijzen voor al zijn gekende en onvermoede weldaden. Bid om te kunnen worden wat we ‘zijn’: kinderen van de Allerhoogste. Bid zodat anderen kunnen zien dat we aan het worden zijn, wat God voor ons wil, wat Gods droom bewaarheid. Anderen moeten onze radicale, liefdevolle, hoopvolle en heftige getuigenis zien, die hen over de streep kan trekken om ook kinderen van God te worden. Net zoals de eerste Christenen, die een beschaving van binnenuit bekeerd hebben, niet met argumenten, maar met hun bloed en met hun manier van leven, moeten wij getuigenis afleggen. De eerste Christenen leefden in een wereld die gek geworden was door haar eigen decadentie en uiteindelijk bezweek onder haar eigen gewicht. Wij kunnen vandaag de beschaving opnieuw van binnenuit bekeren, als wij besluiten om vanaf vandaag een authentiek christelijk leven te leiden. Het antwoord op radicale absurditeit is radicale liefde. Tot zover de bezielde lezing van Liesbeth.
Reageren is niet langer mogelijk.