ELW 50:TONY & DOMINIQUE OVER 'DE DIEPTE VAN HET HART'
Eerst en vooral willen wij Pro Vita feliciteren met deze 50ste jubileumeditie, wat toch echt iets wonderlijks is. Het is met een dankbaar hart dat wij hier zijn, omdat het toch iets wonderlijks is in deze tijd, in deze wereld. Onze drie kinderen zijn hier jaren naartoe gekomen of komen nog; dat is toch een heel grote zegen. God zij dank en dank aan de mensen die zich hiervoor inzetten!
Wij zijn Tony en Dominique De Wilde en wonen in Deinze. Wij hebben drie kinderen die ondertussen al het huis verlaten hebben en die hun bruid of bruidegom gevonden hebben. Twee zijn gehuwd en eentje is religieuze geworden, is in het klooster gegaan. Eén van de beste kloosters van ons Vlaamse land, nl. bij de ‘Zusters van Liefde’ in Kortemark. Een echte zegen voor ons. En doordat de twee anderen gehuwd zijn, hebben we al twee kleindochtertjes die ook een heel grote vreugde en heel grote zegen zijn.
God zij dank en dank aan de mensen die zich hiervoor inzetten!
Wij zijn Tony en Dominique De Wilde en wonen in Deinze. Wij hebben drie kinderen die ondertussen al het huis verlaten hebben en die hun bruid of bruidegom gevonden hebben. Twee zijn gehuwd en eentje is religieuze geworden, is in het klooster gegaan. Eén van de beste kloosters van ons Vlaamse land, nl. bij de ‘Zusters van Liefde’ in Kortemark. Een echte zegen voor ons. En doordat de twee anderen gehuwd zijn, hebben we al twee kleindochtertjes die ook een heel grote vreugde en heel grote zegen zijn.
Op terugweg van een bezoek aan de schoonouders van onze zoon, die in Minsk (Wit-Rusland) wonen, kregen we het idee om van de terugreis een bedevaart te maken. We namen de afrit-Krakow en genoten daar van de mooie kapel met het beeld van de Barmhartige Jezus, de Aanbidding enzovoort. We hadden echter onze persoonlijke boeken en geschriften thuisgelaten. Mijn vrouw ging bijgevolg vlug even naar de winkel van het heiligdom om te zien of er iets interessants te vinden was en ze bracht een boekje mee met als titel ‘Loving yourself in the depths of your heart’. Ik begon erin te lezen en mijn reactie was ”Wauw, fantastisch!”. Dit was een boek dat ik al lang zocht. Ik zei dit tegen mijn echtgenote en we besloten om een tweede exemplaar te kopen, zodat we ons parallel, elk voor zichzelf, konden verdiepen in het boek. En voor de prijs moesten we het niet laten: 25 zloty’s, omgerekend 5 euro. Onze voordracht van vandaag is gebaseerd op dat boekje.
Naar analogie met de titel van het boek ‘Loving yourself in the depths of your heart’ kozen we als titel voor onze voordracht (zoals je kon zien op de uitnodiging): ‘In de diepten van het hart’. Als we kijken naar één van de meest betrouwbare dingen die wij God zij dank gekregen hebben, namelijk de Bijbel, dan zien we staan bij Marcus, hoofdstuk 12, vers 31, ‘Gij zult uw naasten beminnen als uzelf’. Uzelf beminnen is op het eerste zich misschien egoïstisch, want eigenlijk moeten we bezig zijn met de ander. Maar wat bedoelt Jezus concreet? Hij gaf ons het gebod om onszelf te beminnen. Wat zo prachtig is in dit boek, is dat er een mooie beschrijving in staat van wat uzelf beminnen is, wat het niet is, waar het kan verkeerd lopen en ook het besef hoe belangrijk dit is. Want als we onszelf beminnen op een goede manier, heeft dat goede gevolgen naar onze relaties toe: om God te beminnen en onze naasten te beminnen. Als dat niet lukt om onszelf op een goede en juiste manier zoals God het wil te beminnen, dan heeft dat ook zijn weerslag op elk van onze relaties naar onze medemens toe en naar God toe. En dat is zo jammer, want dan missen we eigenlijk het grootste geluk van ons leven, onze roeping als Christen. We zijn immers geroepen om te beminnen, om de Liefde van God uit te dragen.
Dus onszelf beminnen, onszelf werkelijk beminnen. Daarvoor moeten we naar de meest intieme diepte van onszelf, van ons hart gaan. Want het is nodig om onszelf te vinden in onszelf. Om de Bron van de ware Liefde te ontdekken.
Blijkbaar is er dus een bron van liefde in elke mens. Het is niet zomaar een bron, het is dé bron van dé Liefde, die te vinden is in elke mens. Dus diep in ons, in ons hart, in onze ziel, is dat daar aanwezig. En ook de heilige zuster Faustina schrijft in haar dagboek, nummer 887: “Ik heb ontdekt een bron van geluk in mijn ziel en het is God”. Dat is geweldig goed om te horen! In het diepste van mij is die bron van Liefde. In het diepste van u, zuster Theresia, is die bron van Liefde. In het diepste van u, Myrthe, is die bron van echte Liefde. In het diepste van iedereen van jullie, is die bron van Liefde. OK, dat is super! Maar hoe komt het dan dat zo weinig mensen echt blij en vreugdevol, zingend door het leven gaan en liefde uitdragen naar elk van hun medemensen? Wat is er dan eigenlijk aan de hand als we werkelijk die bron aanwezig hebben in ons?
Deze bron in onze diepte is zo vaak verborgen en vertroebeld door pijnlijke gebeurtenissen in ons leven. Dat is zeer jammer, want het verlangen om te beminnen en bemind te worden is door God in ons hart gegrift. In het diepste van elke mens is er verlangen naar échte liefde, liefde die onvoorwaardelijk is, volle liefde. Maar in plaats daarvan – we weten het allemaal – ervaren we liefde die wél voorwaardelijk is, die jaloers is en vaak egoïstisch. En juist dat is de oorzaak van diepe wonden. In het boek noemen ze dit ‘existentiële wonden’, wonden in ons bestaan, in ons zijn.
Dus waar draait het om? Enerzijds verlangen we enorm om te beminnen en bemind te worden, want God heeft dit in ons hart gegrift. Maar anderzijds zijn we bang, soms zo bang van de liefde en zijn we bang om verwond te worden in de liefde.
Wat is ware Liefde? Wat is liefde voor mezelf? Wat is liefde voor God, voor mijn naasten? Die liefde begint al tussen ouders en kinderen. De ware Liefde is de uitrekking van een diepe relatie met eerlijke banden. Een band van blijvende, verantwoorde en zorgzame trouw. Het is dankzij deze echte liefdevolle relaties dat je een kind leert om te vertrouwen. Een relatie waarin het kind weet dat het bemind wordt, schept vertrouwen. Dat is het ideaal, maar het is niet altijd zo. We krijgen niet altijd deze liefde. En in dat geval gaan we hongeren naar de ware Liefde. Dan storten we ons in nepliefde: betekenisloze verhoudingen, illusies van intimiteit. We vervallen in een neurotische honger naar emotionele liefde die nooit verzadigd wordt met daarbij bijvoorbeeld een gevoel van leegte, ontgoocheling, geen zinvolle vriendelijke relaties, een onstilbare honger naar menselijke liefde, naar aanvaarding, naar aandacht, naar bewondering. En al die zaken gebruiken wij dan voor onszelf. Egoïstisch, zonder interesse voor de nood van de anderen. Zonder begrip voor verschillen, zonder aanvaarden van verschillen. We krijgen een ondraaglijke angst verlaten te worden. We zijn dikwijls jaloers en bezitterig. We hebben een zucht naar affectie van anderen. In het boek noemt deze neurotische honger de ‘egoïstische monoloog’. Het laat geen communicatie toe.
Maar waar komt dit type gedrag vandaan? Concreet: waarom zijn mensen die vaak zo bang zijn van de liefde tezelfdertijd bezig met constant te bedelen naar liefde? Het is een situatie die veel voorkomt. Het antwoord is eigenlijk te vinden diep in het mensenhart, namelijk dat hart dat doordrongen is van een oerangst. Dat is een zwaar woord. Wat is die oerangst? Die oerangst is niet kunnen geloven dat authentieke liefde, ware liefde, echt bestaat. Want er is een wonde van wantrouwen diep in die mens. En die wonde van wantrouwen – niet durven vertrouwen, maar juist wantrouwen – vindt zijn oorsprong in de Erfzonde. Dat is lang voor onze geboorte, in de tijd van Adam en Eva.
In de Catechismus van de Katholieke Kerk bij alinea 397 kunnen we daar iets over lezen, namelijk over de eerste zonden van de mens: “De mens heeft – door de duivel verleid – in zijn hart het vertrouwen jegens zijn Schepper laten sterven. (…) Van zijn vrijheid misbruik te maken, is hij ongehoorzaam geweest aan het gebod van God. Daarin bestaan dan de eerste zonden van de mens. Iedere zonde zal dus ongehoorzaamheid aan God zijn en het gebrek aan vertrouwen in Zijn goedheid.” Dit is een lang citaat dat waarschijnlijk niet voor iedereen goed te volgen is, maar concreet komt het erop neer dat iedereen, elk van ons, last heeft van wat ooit Adam en Eva voorgehad hebben en wat dus de Erfzonde genoemd wordt. In elke mens zit aldus die neiging van ongehoorzaamheid en van wantrouwen. Niet dat volle vertrouwen in die oneindige goedheid van God, maar dat wantrouwen, dat voorzichtig zijn, … en ja, we sukkelen daarmee.
Het gevolg is dat de mens niet werkelijk gelooft dat hij kan bemind worden. Dus alles wat hij krijgt van menselijke, authentieke liefde, is voor hem gevaarlijk, dubbelzinnig, … Onze zucht naar liefde wordt een trigger voor vervreemding, zelfdestructie, afzondering en een egoïstisch misbruik van anderen. Dus juist door die Erfzonde zitten we allemaal – of we het nu willen of niet – geplaagd met de gevolgen van de Erfzonde. Bij de ene persoon zal het overduidelijk herkenbaar zijn en bij iemand anders lijkt het nog niet zo slecht of is dat toelaatbaar, maar het is wel zeer belangrijk om hier toch even bij stil te staan, iedereen bij zichzelf. Hoe ben ik eigenlijk in mijn relatie? Hoe echt, hoe oprecht is mijn liefde? Hoe zuiver is mijn liefde? En wanneer ons hart verwond is, en vooral als je als kind al gebrek had aan liefde, ontstaat er een wantrouwen en dat beïnvloedt al onze relaties. Onze relatie met onszelf, met God en met onze naasten. Dat beïnvloedt de kwaliteit van onze relaties, dat beïnvloedt de eerlijkheid en de oprechtheid in onze relaties.
Bij echte liefde, zoals God het bedoelt, – en dat is ook de bedoeling van ‘Echte Liefde Wacht’ en waarom we hier samen zijn – gaat het eigenlijk over het opbouwen van een sterke band van wederzijds vertrouwen, wederzijds begrip, wederzijds aanvaarden, wederzijdse liefde. Maar als er wantrouwen is, als er wonden zijn in het hart, zal dat niet zo zijn. Het diepe verlangen dat in een mens zit naar liefde, zowel het beminnen van de andere als het zelf bemind worden, wordt eigenlijk verpletterd en gekneusd. Dit is een situatie waarbij de mens een innerlijke disharmonie gewaarwordt. Dan komt het er eigenlijk op neer dat de relatie een gevangenis wordt.
Deze situatie kan steeds erger worden, want men kan zowel de relatie, als de persoon waarmee men een relatie aangaat, gebruiken en/of misbruiken. Het komt erop neer dat de mens zonder dat hij dat zelf wil, maar juist door die grote honger naar liefde, ertoe komt – zonder het echt te beseffen – de ander te gebruiken en eigenlijk te misbruiken om zichzelf toch een beter gevoel gewaar te laten worden, een gevoel van waardering, van welbevinden. Daardoor ontstaan er weer nieuwe wonden, zowel bij zichzelf als bij die andere persoon. En dit is een echt pijnlijke situatie: het is een echt lijden door deze wonden. Het is een lijden dat zich doortrekt naar elke relatie die deze mens heeft: zowel in de familiebanden, in vriendschapsbanden en ook in de liefdesrelatie.
En zo komen we terug op het terrein van de ‘Echte Liefde Wacht’. Hierbij aansluitend kunnen we onszelf de vraag stellen: hoe gaat het eigenlijk in mijn relatie met mijn vriend/vriendin, mijn toekomstige echtgenoot/echtgenote? Is er echte liefde, die openheid, die wederzijdse goede liefde? Of gaat het om een relatie die eigenlijk een gevangenis is? Doordat we allemaal last hebben van de Erfzonde en doordat we niet allemaal het geluk hebben om ontvangen en geboren te worden in een liefdevol nest en mochten opgroeien bij liefdevolle ouders ... Helaas heeft niet iedereen dat geluk. Vandaar dat deze situatie vrij veel voorkomt: het is een realiteit. Misschien herkennen jullie zelf deze situatie waarin je als kind niet de liefde kreeg die je nodig had. Ofwel zit je sowieso zeker tussen medemensen waarvan je merkt dat er een lijden is, dat ze bijvoorbeeld altijd twijfelen aan zichzelf of dergelijke.
De heilige Moeder Theresa van Calcutta, die we allemaal kennen, zei: "Lepra, melaatsheid, is minder erg dan als kind opgroeien met een tekort aan liefde". Maar gelukkig bestaat God en we hebben Jezus, onze Verlosser. We kunnen altijd met de grootste zekerheid zeggen: “Jezus, U bent veel groter dan al mijn problemen”.
Laten we even een lied zingen:
"My heart belongs to You, my heart belongs to You, my Peace, ..."
"Mijn hart behoort aan U, mijn hart behoort aan U, mijn Vrede, ..."
Ons hart behoort dus in feite aan God: Hij is Degene die het geschapen heeft, die het in ons gelegd heeft. Zijn Zoon Jezus zei: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven". We mogen steeds zeggen: "Jezus, U bent veel groter dan al mijn problemen, wat ze ook zijn, hoe groot ze ook zijn, U bent veel groter!". Dat is inderdaad een zeer sterke waarheid. En juist dit is zo moeilijk voor mensen die als kind te weinig liefde kregen.
Zoals we daarnet zagen, zijn er dus mensen die een wonde hebben inzake vertrouwen en die gaan daardoor deze Waarheid die van Jezus komt niet zomaar vertrouwen, niet zomaar geloven, niet zomaar aannemen en ze kunnen er niet aan doen. Het gaat vanzelf. Dat is zo jammer, want juist daar ligt de redding! Jezus is zo goed en zo Almachtig. Dus als we Hem niet durven vertrouwen, dan is dat echt wel jammer. Als het vertrouwen in Jezus niet lukt, vindt die mens een andere manier om verder te leven, om te kunnen ‘overleven’. En dat gebeurt soms ook vanzelf, want de wereld, de media e.d. bieden zo veel dingen aan.
Een eerste manier om te overleven wordt in het boek beschreven als het opzetten van maskers. De mens gaat zich verschuilen achter een masker. Het gevaar ervan is dat het een masker wordt voor zichzelf, voor de medemens en ook voor God. En daar moeten we toch voor oppassen. Misschien hebben we het helemaal niet slecht gehad in onze kindertijd, hebben we niet die reden om ons zo te gaan gedragen. Nochtans leert iedereen om toch maskers op te zetten.
Het is heel belangrijk te weten dat dit de echte liefde in gevaar brengt, namelijk daar waar het gaat om ‘echt’ beminnen, echt beminnen van onszelf zoals Jezus het bedoelt, echt beminnen van God, echt beminnen van onze naasten, zeker als het gaat over onze roeping om het huwelijk aan te gaan. Dus in die echte liefde is het belangrijk om zeker geen maskers te dragen, maar gaat het erom echt en zuiver in die liefdesrelatie te kunnen staan.
Een persoon die in een inwendige strijd zit, zal dit verbergen. Hoe? Door maskers op te zetten om de wereld aan te durven. Maskers vervormen echter onze zelfperceptie. Eigenlijk werken die maskers wel, want ze beschermen ons tegen nieuwe verwondingen. Maar tevens leiden ze ertoe dat we de wereld gaan zien als een gevaar voor ons eigen geluk, voor onze eigen veiligheid. Innerlijk nemen we dus een verdedigende en tegelijkertijd een aanvallende houding aan: we reageren defensief en offensief. We gebruiken de maskers om te overleven. We doen alles om de harde realiteit te verdoven of om de ondraaglijke leegte te vullen. De maskers worden een natuurlijk afweermechanisme.
Een tweede typisch fenomeen is het ontvluchten van de situatie. We hebben nood aan zelfaanvaarding, we hebben er nood aan om onszelf te mogen zijn. Maar wat als we niet aanvaard worden door de anderen, door de familie, door de collega’s, door de medemensen, …? Als ze ons tonen dat we niet passen in hun levensstijl of in hun plannen. Dan ervaren we een inwendig dilemma, een tragedie. Weglopen lijkt de enige mogelijke oplossing. We ontvluchten de situatie, we lopen weg van de andere, maar ook van onszelf en van God. Na verloop van tijd merken we dat dit weglopen niet effectief is, want het probleem is niet uitwendig, maar inwendig. We lezen dit trouwens ook in Psalm 139, vers 7 tot 12:
7Waar zou ik Uw Geest ontkomen? Waar zou ik Uw aanschijn ontgaan? 8Klom ik op tot de hemel - Gij waart er, lag ik neer bij de doden - daar staat Gij, 9sloeg ik dageraadsvleugelen uit, streek ik neer aan de uiterste zeekust, 10ook daar zou Uw hand mij geleiden, hield mij Uw rechterhand vast. 11Sprak ik: 'mij mag het duister omsluiten, het licht worde nacht om mij heen' 12voor U heerst in het duister geen duister: lichtend is de nacht als de dag, de duisternis is gelijk licht.
Er is dus geen ontkomen aan!
We kunnen dus als mens gekwetst zijn. Zeker als we als kind te weinig liefde gekregen hebben van diegenen waar we uiteindelijk afhankelijk van waren. Dat zijn heel pijnlijke dingen en zo kunnen we dus ons hele leven lang kwaad zijn, maskers opzetten en vluchten. Het gevolg hiervan is dat men zichzelf haat. Het boek echter handelt over ‘Loving yourself’, uzelf beminnen. Net zoals bij Marcus staat: “Bemin uw naaste gelijk uzelf”. Uzelf beminnen op de juiste manier.
Voor elke mens geldt dat hij een prachtig kunstwerk is, door God gemaakt. Maar als de mens als kind gebrek aan liefde heeft en bij het opgroeien voornoemde overlevingsmethoden ontwikkelt, dan ervaart die mens iets walgelijk en hatelijk en is hij kwaad op zichzelf, constant, zonder dat hij dat zelf wil, zonder dat hij dat opzettelijk doet. Dat is gewoon zo. Het leven is een ‘overleven’ d.m.v. bepaalde overlevingsmethodes. Dit lukt gedurende een zekere tijd, maar eigenlijk is hij zichzelf aan het bedriegen, is hij aan het afzien en wordt het lijden en het kruis nog zwaarder dan het al was.
Zonder God is er geen Leven, ... dus we moeten naar God toe. De remedie, het middel om te genezen, is de Liefde met de grote ‘L’: de Liefde die van God komt! Liefde is niet zomaar een gevoel, een emotie, maar liefde is eigenlijk een beslissing, een keuze die je maakt met je vrije wil. En daar ligt een oneindig groot en belangrijk verschil. Wanneer onze liefde afhankelijk is van een emotie, een gevoel, dan zijn we eigenlijk iets aan het bouwen op los zand. Van zodra er iets misgaat, zakt alles in mekaar, want dat zand is zo onstabiel. Maar als we liefde zien als een beslissing, als een keuze die we maken, zijn we aan het bouwen op een rots. Het fundament is een stevige rots en als er dan wind opsteekt of stortregen valt, of als er conflicten of onduidelijkheden, misverstanden en moeilijkheden, of als er verwijten worden geuit, zal de liefde niet zomaar in elkaar storten.
Let wel, gevoelens en emoties mogen er zijn, want ze zijn belangrijk. Als je een relatie hebt met je vriend of vriendin, groei je dichter naar mekaar toe – je denkt aan een huwelijk – en dan is het goed om ook gevoelens van verliefdheid te hebben. Maar we moeten opletten dat we ons niet enkel baseren op het gevoel en de emoties, want die kunnen plotsklaps omslaan van het ene uiterste naar het andere. Gevoelens kunnen enorm wisselvallig zijn. Echte liefde daarentegen is die beslissing waar je met je vrije wil voor kiest. Het kenmerkt zich door standvastigheid i.p.v. wisselvalligheid: je wilt bouwen aan een ernstige relatie, je wilt je inzetten voor de andere, je weet offervaardig te zijn en geduld te hebben. ELW is daar een prachtig voorbeeld van! Namelijk dat je niet direct ingaat op de gevoelens van verliefdheid, maar dat je echt beseft dat je het schoonste van jezelf wil bewaren voor je echtgenoot/echtgenote binnen je kerkelijk huwelijk, zoals God het wil. Niet zomaar prijsgeven, maar met standvastigheid, met moed, met geduld, met de sterkte van God sereen kunnen wachten tot het huwelijk.
De remedie is dus de liefde met grote ‘L’: de Liefde die van God komt. Wanneer de mens zichzelf opent voor die ware Liefde van God, kan hij leren hoe die angst van vroeger (uit de kindertijd) en het wantrouwen kunnen overwonnen worden. Dit is een proces, een proces van het overstijgen van zichzelf. Zichzelf leren kennen, zichzelf aanvaarden en weten dat je een zwakke mens mag zijn. Iedereen heeft zijn beperktheden, iedereen heeft zijn mankementen en dat is normaal, je hoeft niet volmaakt te zijn. God houdt van je zoals je bent.
Dus jezelf leren kennen, jezelf aanvaarden, jezelf openen voor die kracht die eigenlijk van God komt. Zodanig dat er iets kan veranderen, iets kan loskomen van wat er vastzit. Als bijvoorbeeld iemand, ten gevolge van dat wantrouwen, echt een enorme angst heeft voor een bepaalde situatie, kan hij door plaats te geven aan God, door te bidden, door de Heilige Geest te aanroepen in een nieuwe situatie terecht komen, waar hij alles meer van op afstand kan zien, en de bredere waarheid van de totale situatie kan ontdekken. Dat is echt een proces, waarbij je jezelf weet te overstijgen, en uit die innerlijke gevangenis kunt treden.
Het is dus heel belangrijk dat je jezelf leert kennen. Jezelf leren kennen in de Waarheid, namelijk dat Gods liefdevolle blik steeds over je waakt! Dat God echt met Zijn oneindig liefdevolle blik naar je kijkt, met een immense Liefde, met het allermooiste dat maar mogelijk kan zijn! De Heilige Paus Johannes Paulus II zei: “Enkel Jezus weet wat er precies is in elke mens. Hij kent zijn zwakheden, maar boven alles kent Hij zijn waardigheid”. En dat is zoiets prachtig: de ‘waardigheid’ van elke mens. Dit sluit ook aan bij Pro Vita: de waardigheid vanaf het prilste begin van het leven tot het levenseinde, de waardigheid in ziekte, in welke omstandigheden dan ook. Deze paus zegt ook nog: "De mens heeft de liefdevolle blik van God nodig. Hij moet weten dat hij voor eeuwig bemind wordt door God!".
Jezelf leren kennen, jezelf vinden ... Hoe? Hiervoor moet je in de stilte treden. Je moet persoonlijk vertoeven bij God, jouw Schepper. Je moet bidden. Je moet kijken in jezelf. Je moet ervaren wie je werkelijk bent. Je moet je zelfbeeld recreëren, herscheppen, namelijk het beeld dat je van jezelf had gemaakt, wegdoen en vervangen door het beeld dat God van je heeft. Je moet inschepen op een reis om jouw eigen unieke waardigheid te ontdekken. Het is een reis naar innerlijke genezing om je uiteindelijk te kunnen openen naar de andere toe. Dus in jullie geval, ELW-ers, ook naar je toekomstige echtgenoot/echtgenote.
Bij die reis horen drie noodzakelijke voorwaarden, namelijk stilte, gebed en afzondering. Deze afzondering is niet de eenzaamheid in de zin van verlatenheid, verstoten of uitgesloten worden. In het dagboek van zuster Faustina, nummer 477, lezen wij: “Een stille ziel is sterk. Geen tegenstand zal haar deren als zij standvastig is in de stilte. De stille ziel is in staat de dichtste eenheid met God te bereiken. Zij leeft bijna steeds onder de inspiraties van de Heilige Geest. God werkt in een stille ziel zonder hinder. Stilte is zo’n krachtige taal dat zij tot de troon van God reikt”.
Stilte, gebed en afzondering. Concreet kan je deze 3 voorwaarden vinden als je de kans hebt om naar aanbidding te gaan, liefst waarbij Jezus aanwezig is in het uitgestelde Allerheiligste, maar voor een gesloten tabernakel is ook zeer zinvol. Immers, volgens ons Katholiek Geloof is Jezus werkelijk aanwezig in de Heilige Hostie! Wanneer de priester zegenend rondgaat met het Heilig Sacrament, dan is dat Jezus die rondgaat net zoals Hij 2000 jaar geleden in Galilea rondging en de mensen zegende en zieken genas!
Als je in de zon zit, hoe dan ook, zul je wel bruinen. Ook al wil je dat niet. Het zal sowieso iets van effect hebben. Dus als je voor Jezus zit in aanbidding, dan gebeurt er iets, want Hij is er echt! Ook al voel je je helemaal niet lekker, weet dan dat Jezus er is met Zijn Liefde en ja, er gebeurt wel degelijk iets. Dus gewoon vertoeven bij het Heilig Sacrament of zoals de Heilige Maria Magdalena aan Zijn voeten zitten (terwijl Martha het werk deed.) Het is a.h.w. dat de Heilige Schrift zich ontsluit en plots – als je dan ook iets leest uit de Bijbel – snap je iets en weet je dat God je iets wil zeggen, dat dit echt voor jou bedoeld is. Het zijn woorden van bemoediging, van leven, van Liefde, want Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven.
Stilte, gebed en afzondering kunnen we ook vinden bij het overwegen van de mysteries van de Heilige Rozenkrans. Wanneer er echter een moederwonde is (tekort aan echte liefde van de moeder naar het kind toe), komt het vaak voor dat het bidden tot onze Moeder Maria eerder moeilijk verloopt en zelfs een echte struggle is met gevoelens van afkeer. Het is zeker niet evident om het hart te openen voor een moeder, maar als je beslist om beetje bij beetje het hart te durven openen en jezelf toelaat te ontdekken dat Maria werkelijk een liefdevolle Moeder is! Zij is de Moeder van Jezus, Zij is Onbevlekt ontvangen, ... dus al die afkeer verandert naar een kennismaking met Maria en je ontmoet een Hemelse Moeder, maar ook echt daadwerkelijk een Moeder die zorg voor je draagt en dat al vanaf je prilste begin!
Door in die stilte, gebed en afzondering te treden begint het hart te veranderen. Je laat Gods Liefde toe in je hart. Zijn Liefde verjaagt de haat die er leeft. Je begint liefde op te vatten voor degenen die je kwaad deden, je krijgt inzicht in de situatie, je begrijpt hen beter en je krijgt ergens medelijden met hen. Je begint te vergeven. Maar vergeven is ook een beslissing, beslissen om te kiezen voor de liefde. Met Gods hulp iets goed doen, ook al wordt je iets kwaad teruggedaan. Kiezen voor het goede. Natuurlijk doet het pijn als je iets kwaad gedaan wordt, maar je bent er niet meer van ondersteboven, want je kent je waardigheid en bent niet langer afhankelijk van hun liefde en hun oordeel over jou, maar van Gods Liefde. Het gaat erom, ook al waren en zijn er wonden, te komen tot echte vergeving, echte verzoening en Gods werk te laten gebeuren. Blijven volharden in ons geloof, niet veroordelend spreken, maar steeds groeien in echte liefde.
Het beminnen van zichzelf op een goede manier betekent dat we al onze angsten aan God toevertrouwen. Het betekent zichzelf toe te laten, bemind te worden. Dit is niet gemakkelijk. Deze weg leidt tot genezing in liefde en door liefde. De ware liefde wordt geboren door contemplatie, beschouwen, meditatie, de stilte, … en niet door actie. De mens ontdekt God in zijn hart. Hij is de bron van het leven. In Hem is onze enige hoop en ware genezing. Zuster Faustina zegt (nummer 582) over het inwendige van haar ziel: “Behalve God is niemand er toegelaten”.
Deze geestelijke reis naar de diepten van het hart bestaat uit verschillende fasen die een uitdrukking zijn van of een impuls zijn naar het God zoeken en het God vinden. Hier volgen enkele oefeningen uit het boek:
1) Ik realiseer mij dat God aanwezig is.
2) Ik breng mijn begin voor God.
3) Ik kijk naar de geschiedenis van mijn leven.
4) Ik observeer mijn innerlijke wereld.
5) Vol hoop open ik mijn hart voor de toekomst.
6) Ik wil mij opofferen en ik smeek om de gave van Liefde.
Ik neem even de oefening ‘Ik breng mijn begin bij God’ als voorbeeld. Deze oefening is eigenlijk een gebed, dus neem de voor u meest comfortabele gebedshouding aan, met je ogen open of toe. Ik lees nog een stukje uit psalm 139, vers 13 tot 16:
13Gij zijt die mijn kern hebt gevormd, die mij weefde in de schoot mijner moeder, 14en ik loof U in het besef dat ik ben eerbiedwekkend van maaksel, een wonder is wat Gij schiep. Mijn wezen kent Gij volkomen. 15Mijn oorsprong was U niet verholen toen ik in het verborgene gevormd werd, als in diepten der aarde ontworpen. 16Uw oog zag mij, vormeloos nog: in uw boek waren alle geschreven de dagen dezer formering, toen er nog niet één daarvan was.
Deze gebedsoefening gaat verder met een Geestelijke Oefening van de Heilige Ignatius van Loyola (nummer 234), waarin hij uitnodigt het volgende te doen: “Mij de ontvangen weldaden in herinnering brengen: schepping, verlossing en persoonlijke gaven aan mij. Met grote innigheid afwegen wat God onze Heer voor mij allemaal heeft gedaan en wat Hij mij allemaal heeft gegeven”.
Zuster Faustina, die bewust was van Gods Liefde, verklaart (nummer 278): "Vóór de Hemel en de aarde te scheppen, hebt Gij ons in het diepste van Uw Hart gedragen". In nummer 483 voegt ze daaraan toe: "O God, hoe verlang ik dat de zielen U leren kennen en zien dat Gij hen geschapen hebt juist alleen maar omwille van Uw onbegrijpelijke Liefde. O mijn Schepper en God, ik voel dat ik de sluier van de Hemel ga verwijderen zodat de aarde niet zal twijfelen aan Uw goedheid".
De gebedsoefening gaat verder met het reflecteren over deze 3 onderwerpen:
1. Ik ontmoet God in het diepste innerlijke van mijn wezen, in de meest subtiele aspecten.
2. God is Degene die mij geschapen heeft. Hij heeft mij gekneed, Hij heeft mijn persoon gevormd, Hij verzekerde dat ik mooi was van bij mijn prilste begin.
3. Dit bewustzijn leidt tot een houding van bewondering en verwondering.
Hierna volgt er een conversatie met God over mijn leven. Tot slot bid ik het ‘Onze Vader’.
Dit was een voorbeeld van een gebed dat aangereikt wordt in dit boek ‘Loving yourself in the depths of your heart’ van de Poolse pater Tadeusz Kotlewski, SJ.
Het is dus een zeer bemoedigende realiteit dat Gods Liefde genezing kan brengen in pijnlijke situaties! Het is onjuist te denken dat, als je als kind een heel grote kwetsuur hebt opgelopen, je er daardoor niet kan zijn voor je eigen kinderen! Het zijn immers net de kruisen in ons leven die ons dichter bij God kunnen brengen en daardoor tot ware liefde, vreugde en nieuw leven kunnen komen! Net zoals we het bidden in het Angelusgebed: " (...) door Zijn Lijden en Kruis gebracht worden tot de glorie van de Verrijzenis".
Of zoals de Heilige Pastoor van Ars zei: "Onze strijd, onze gevechten brengen ons aan de voet van het Kruis. Het kruis brengt ons naar de deur van de Hemel"!
Hartelijk dank voor uw aandacht.